Waar
Onderwijs > kies vestiging > Toetsdossier
Wat
In dit scherm kan je het toetsdossier instellen, bekijken en zo aanpassen dat cijferinvoer wel of niet mogelijk is. Je doorloopt eerst de onderstaande stappen om daarna per vak aanpassingen te gaan maken.
Voor het specifiek instellen van een vak; o.a. het tonen van een OVG voor gym of het instellen van het PTO (programma toetsing onderbouw) of PTA (programma toesting en afsluiting), lees dan deze twee artikelen:
Om het toetsdossier goed in te stellen doorloop je een aantal stappen, hieronder genummerd weergegeven.
In dit artikel:
2. Berekening instellen en rechten voor docenten bepalen
2.1 Verschil Onderbouw en Bovenbouw: niveaus
2.2 Rapportkolom weergave en afronding instellen
2.4 Lesgroepspecifieke toetsen
7. Bekoelen / Bevriezen / Vastzetten
1. Aantal cijferperiodes
Klik op deze knop (zie afbeelding hieronder) om het aantal cijferperiodes in te stellen. Het aantal periodes is altijd gelijk voor alle vakken van de lichting.
De cijferperiodes zijn belangrijk voor:
- Het aantal vast te leggen rapportcijfers (R) binnen het schooljaar. Als je het belangrijk vind om op het leerlingrapport de verschillende rapportcijfers zichtbaar te maken zodat te zien hoe het gemiddelde verloopt door het schooljaar heen, dan heb je meerdere periodes nodig. Zoniet, dan kan je volstaan met één periode.
- De studiewijzer: dit deelt de studiewijzer in op deze cijferperiodes
- Rapportvergaderingen: per periode kan minstens één verslag over de cijfers worden opgenomen in het Zorgvierkant van de leerling. Daarmee kan je een verslag vastleggen over de leerling per gekoppelde cijferperiode.
- Per cijferperiode kan je een start- en einddatum opgeven
- De startdatum moet altijd op een maandag vallen, omdat de weken op maandag starten in NL
- De einddatum moet aansluiten op de startdatum van de volgende periode. De reden hiervoor is dat als de leerling of de docent altijd de juiste periode wordt getoond in de ELO resp. Studiewijzer.
- Iedere periode kun je voorzien van een eigen gekozen naam.
2. Berekening instellen en rechten voor docenten bepalen
Er zijn verschillende methoden om het rapportgemiddelde (R) te berekenen. Ook stel je via deze knop in wat de rechten voor docenten zijn m.b.t. het zelf aanmaken van toetsen.
Tip: Als je de instellingen voor het complete toetsdossier aanpast, dan worden die instellingen voor de onderliggende vakken ook doorgevoerd en verdwijnen eventueel vak afwijkende instellingen.
Vak afwijkende instellingen kan je maken door op het vak te klikken. Lees daarvoor deze artikelen:
2.1 Verschil Onderbouw en Bovenbouw: niveaus
In onderbouw lichtingen kan je een 'Meervoudige toetsnorm' instellen. Dat betekent: voor iedere aangemaakte toets en voor ieder rapportcijfer ontstaan er maximaal 2 niveaus. Een toets kan daardoor twee cijfers krijgen, bijvoorbeeld een BBL en KBL cijfer.
- Zet Meervoudige toetsnorm op 'ja'
- Bepaal zelf de tekst van niveau 1 en niveau 2. Deze tekst wordt bij de cijferinvoer van de lesgroep getoond.
Een docent hoeft een toets slechts één keer aan te maken, Somtoday zorgt ervoor dat deze toets automatisch in beide ingestelde niveau's zichtbaar wordt.
In Somtoday ELO ziet de leerling/verzorger ook de niveaus staan
2.2 Rapportkolom weergave en afronding instellen
Somtoday bevat altijd per cijferperiode 3 gemiddelde kolommen:
- P : gemiddelde van de periode. Ieder P-cijfer is een los gemiddelde t.o.v. de r en R
- r : rekenkundig gemiddelde van de periode(n), niet aan te passen
- R : rekenkundig gemiddelde van de periode(n), handmatig aan te passen/overschrijven als het recht daarvoor aan docenten/administratie is toegekend
De weergave en afronding van de P, r en R kolom en de samengestelde toets bepaal je in dit deel.
Betekenis:
- Afronding samengestelde toetsen:
- Moet het gemiddelde cijfer van de samengestelde toets op 1 decimaal worden afgerond of niet. Voorbeeld: wil je rekenen met een 8,46 of met het afgeronde 8,5 cijfer?
- Tussentijds afronden P kolom:
- Als je het rekenschema instelt op Rapport gebaseerd op periodegemiddelde, dan wordt het P gemiddelde gebruikt om mee te rekenen. Wil je dat deze met een afgerond of niet afgerond cijfer rekent? Voorbeeld: wil je rekenen met 8,46354 of 8,5?
2.3 Berekening instellen
Er zijn 5 verschillende berekeningsmethodes in te stellen:
Rekenschema | Uitleg |
Rapport is periodegemiddelde |
ieder gemiddelde cijfer staat op zichzelf |
Rapport gebaseerd op periodegemiddelden |
De gemiddelden uit de verschillende perioden worden berekent uit de r en R van de periodes, rekening houdend met de ingestelde weging |
Rapport gebaseerd op individuele toetsen |
Per toets kan je opgeven wat de weging is voor het periodegemiddelde r en R |
Rapport gebaseerd op periodegemiddelden en individuele toetsen | Een ingewikkelde combinatie van de 2e en 3e optie |
Rapport is voortschrijdend gemiddelde | De gemiddelden worden berekent uit de tot dan toe behaalde resultaten |
Eindcijfer laten meetellen als toets op volgend rapport | Indien je voor ja kiest, wordt het gemiddelde van de periode ook als toetscijfer in de volgende periode geplaatst. |
Default weging (bij geen weging ingevuld) | Hiermee kan je in het rekenschema alle in te vullen hokjes in één keer voorzien van een gewenste weging |
2.4 Lesgroepspecifieke toetsen
Bepaal hier of een docent wel of niet eigen toetsen mag aanmaken in dit dossier
Instelling | Uitleg |
Toegestaan voor docenten om lesgroepspecifieke toetsen aan te maken in dit dossier | Indien 'ja', kunnen docenten zelf toetsen toevoegen in het voortgangsdossier |
Toegestaan voor docenten om lesgroepspecifieke deeltoetsen aan te maken voor samengestelde toetsen | Als beheerder kan een samengestelde toets aanmaken waarbij de weging en omschrijving vast staan. De docent kan dan enkel deeltoetsen toevoegen. Het voordeel is dat alle docenten met dezelfde weging moeten werken waarbij ze wel vrijheid hebben om deeltoetsen aan te maken. |
2.5 weging voor rapport
Bepaal hier per periode wat de weging is. Afhankelijk van het gekozen rekenschema kan je hier de hokjes van een weging voorzien.
Voorbeeld 1: Rapport is gebaseerd op periodegemiddelden/voortschrijdend gemiddelde, alle perioden wegen gelijk
Voorbeeld 2: Rapport is gebaseerd op periodegemiddelden/voortschrijdend gemiddelde, periode 2 en 3 wegen beiden 2x zo zwaar t.o.v. periode 1.
Voorbeeld 3: Rapport is gebaseerd op periodegemiddelden/voortschrijdend gemiddelde + periode 2 en 3 wegen beiden 2x zo zwaar t.o.v. periode 1 + eindcijfer vorige periode telt 3x mee in volgende periode.
3. Voortgangsdossier per vak
De uitleg hiervoor is beschreven in dit artikel:
4. Examendossier per vak
De uitleg hiervoor is beschreven in dit artikel:
5. Kopiëren naar volgend jaar
De uitleg hiervoor is beschreven in deze twee artikelen:
6. Centrale invoer L/N
De uitleg hiervoor is beschreven in deze artikelen:
7. Bekoelen / Bevriezen / Vastzetten
De uitleg hiervoor is beschreven in dit artikel: